Aangezien vele eurocraten en regionale afgevaardigden Brussel graag zien als een centrum van de (economische) macht, worden vele Brusselse wijken gesloopt om plaats te maken voor grote bedrijfs- en andere prestigeprojecten. De armoede wordt verjaagd en geconcentreerd in de minder zichtbare delen van de stad. Het is vooral daar dat je de mensen zonder papieren kan vinden. Vaak zijn zij volgelingen, maar soms ook militanten in de strijd voor vrijheid van beweging en vestiging.
Glazen muren
Marokkanen, Congolezen, Ecuadorianen, Afghanen en vele andere migranten zorgen voor een arbeidsaanbod in verschillende sectoren zoals de bouwsector, de schoonmaakindustrie, de horeca, de informele handel en de prostitutie. Rondom het Klein Kasteeltje, een open centrum voor asielzoekers, steken de Afrikanen zich niet weg. Ze bieden hun dagarbeid in de straat aan. De Belgische belasting op arbeid is zo hoog, dat zwart werk gemakkelijk gelegitimeerd, en zelfs als algemeen aanvaard gezien, wordt. Deze realiteit kan enkel bestaan door blind te zijn voor het probleem, door ondersteund te worden door een racistische politiemacht en door een enorme administratieve muur waartegen men moet opboksen. Verschillende voorbeelde illustreren dit : de moord op Semira Adamu op 22 september 1998, de razzia op 80 Ecuadorianen in juni 2003 of de gewelddadige opsluiting van 100 kerkbezetters in Anderlecht in 2006. De administratieve dienst, genaamd de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ), ligt in het zakelijke centrum aan de Rogier, vlakbij het Noordstation. Het haalt al zijn macht uit de onduidelijkheid van de migratiewetten. De regularisatiecampagne van 2009 slaagde er niet in om vaste criteria voor regelgeving te ontwerpen, waardoor de hele wetgeving weer naar de subjectiviteit van de opvolgende ministers geïnterpreteerd kan worden. Deze ministers zijn verkozen door een extreem rechts publiek dat altijd al weerstand geboden heeft tegen de drie regularisatiecampagne sinds 1974.
De dijk van regularisaties
Semira’s dood was geen alleenstaand feit. De rechtse sfeer werd gecreëerd door de start van de bouw van het eerste gesloten centrum voor vluchtelingen in ons land in 1988 (waarop sindsdien nog vijf andere centra volgden en één centrum momenteel in aanbouw is) en de uitvoering van het Schengenakkoord in 1996. Hierop kwamen reacties van verschillende groeperingen, zowel van mensen met als zonder papieren, en verenigingen werden opgericht. Desalniettemin werd er nooit naar hen geluisterd. Enkele eruit springende gebeurtenissen waren de bezetting van de bouwwerf van Vottem door het Collectief in Verzet tegen de Centra voor Vreemdelingen (Collectif de Résistance Aux Centres Pour Etrangers) en de vlucht van 31 gevangen migranten uit het centrum in Steenokkerzeel, met de hulp van het Collectief tegen Uitwijzingen (Collectif Contre Les Expulsions). Door de repressie op deze bewegingen, gekristalliseerd door de moord op Semira, kon de overheid de dynamiek van de beweging breken, net voor de regulariseringscampagne van 1999. In 1974 werden 8.000 mensen geregulariseerd, in 1999 waren dit er 42.000 (van de 60.000 die een dossier hadden ingediend). De volgende verzetsgolf, die begon in 2003 door Afghaanse vluchtelingen, eindigde vorige jaar opnieuw in een nieuwe regulariseringscampagne. Dit kwam als een laat en mager antwoord op het verzet gecreëerd door de beweging van mensen zonder papieren over de laatste jaren. UDEP - de Unie Ter Verdediging van de Vreemdelingen Zonder Papieren (Union de Défense des Etrangers sans Papiers) werd in het leven geroepen omdat er nood was aan zelforganisatie bij de migranten, aangezien ze steeds meer gecontroleerd werden door structuren gelinkt aan de staat. In het begin slaagde UDEP erin om met 600 mensen tegelijkertijd 60 kerken te bezetten tussen maart en juni 2006. Ze hebben ook een wetsvoorstel ingediend bij het Parlement, gebaseerd op vaste criteria voor de regularisatie van mensen zonder papieren. Dit voorstel werd nog steeds niet behandeld, noch kwam er enig antwoord op, afgezien van de vage belofte voor een regularisatieperiode. Deze kwam er uiteindelijk in 2009, na een jaar van strijd, bezettingen en hongerstakingen.
Het einde van de dijk ?
Terwijl de resultaten van de regularisatiecampagne slechts druppelsgewijs naar boven komen, is het vertrouwen en de hoop reeds bij vele migranten verdwenen. Sommigen zijn geweigerd omwille van een job aanbod : de job waarin ze tewerkgesteld zouden worden, is geen knelpuntberoep of een job ’voorbehouden’ voor buitenlanders. Dus moeten ze terug naar de bouwsector, de horeca, het schoonmaken, etc. Anderen worden afgewezen omdat ze enkele maanden verblijf op Belgische bodem niet konden bewijzen. Maar geen enkel bewijs is er nodig voor de vier of vijf jaar lange strijd die ze ondertussen aan het voeren zijn.
Hun ervaringen bewijzen en verduidelijken dat de beweging van mensen zonder papieren zich steeds hernieuwde om beter voorbereid de onderhandelingen met de overheid aan te vangen, dat de belofte van de overheid weinig waarde heeft, dat de prijs voor de steun van vakbonden erg hoog is en onthulden tenslotte ook een gebrek aan interne democratie.
Tijdens het No Border kamp in Brussel willen we minimaal aan de migranten zonder papieren een ontmoetingsplaats geven, waar de Belgische beweging ervaringen kan delen met andere strijdbewegingen die allemaal uniek zijn, maar ook met elkaar verbonden zijn. Laten we echter hopen dat het No Border kamp niet beperkt blijft tot deze minimale doelen, maar dat het kamp ook zal leren van deze getuigenissen en ervaringen.